Skip to main content

Waarom hebben we altijd behoefte aan meer software?

Auteur : Stef Vermeulen | Partner Alliance Manager BeLux bij OutSystems

Eén blik op een willekeurig bureaublad of smartphonescherm zegt voldoende; ze staan vol met apps. Sommige gebruiken we dagelijks, andere eenmalig, maar laten we gemakshalve op het systeem staan. Moeten we dan nog altijd meer software bouwen? Heeft het IT-platform dat we gebruiken niet genoeg flexibiliteit en aanpasbare opties om ons de juiste functionaliteit te geven? Feit is dat als gevolg van de veranderende wereld en de digitale transformatie er een grote behoefte blijft aan meer software. Om dit in goede banen te leiden, is het verstandig om de levenscyclus van softwareontwikkeling onder de loep te nemen.

Wendbaar en flexibel

De roep om nieuwe apps komt voort uit de noodzaak om wendbaar en flexibel te zijn. Organisaties dienen zich aan te passen aan de veranderingen in de wereld om hen heen. Om in de woorden van trendwatcher Peter Hinssen te spreken: we bevinden ons in het ‘Never Normal’ tijdperk. Op het snijvlak van economie, politiek en sociologie is de dynamiek groot en je wordt als organisatie continu uitgedaagd hierop in te spelen. Soms gaat het om verstoorde aanvoerketens door internationale spanningen. Maar je hebt ook te maken met veranderende wensen van de consument, mede door de inflatie en hoge energieprijzen. Door deze veranderingen ontstaan behoeftes aan ondersteuning van nieuwe IT in de vorm van apps en datadiensten. Deze hebben één ding gemeen: agile. Je moet snel over nieuwe oplossingen kunnen beschikken, je moet ze snel kunnen ontwikkelen en aanpassen.

Legacy systemen

Hoewel er altijd een drijfveer is om nieuwe IT-oplossingen te implementeren, is het onvermijdelijk dat we sommige legacy-systemen zullen moeten behouden (ze werken immers nog, daarom zijn ze legacy). Dit zien we vooral in sectoren zoals de financiële dienstverlening. Hierbij zul je wel rekening moeten houden met het feit dat kernsystemen veelal standaard zijn opgeleverd en vervolgens zijn aangepast met maatwerk. Het is erg complex om dit te onderhouden en veilig te houden. Door low-code ontwikkeltechnologie in te zetten, kun je dit beheersbaar houden.

Je moet dus iets doen om applicaties en maatwerk snel te kunnen ontwikkelen en alles veilig en beheersbaar te houden. De vraag is vervolgens: hoe beslissen we welke applicaties we moeten herschrijven of herconfigureren en migreren versus welke we moeten behouden? Als we het bekijken vanuit het oogpunt van functionaliteit, zullen er altijd een aantal systemen in de backend van een organisatie zijn die een vorm van legacy zijn. Dit zijn zeker geen toepassingen die hun waarde hebben verloren; ze doen nog steeds het werk waarvoor ze in de eerste plaats bestemd waren. De uitdaging is dat de applicatie qua modaliteit en vorm gedwongen wordt om te evolueren naar moderne platforms, protocollen en normen. Het andere, niet te verwaarlozen probleem met legacy-systemen, zijn de vaardigheden en kennisoverdracht die nodig zijn om een vaak verouderd systeem te begrijpen, bij te werken en te onderhouden. Dit is des te belangrijker nu er sprake is van een grote schaarste op de arbeidsmarkt.

De evolutie van software

Wanneer het onderliggende platform waarop een applicatie werkt verandert, dwingt dat doorgaans tot een hoger niveau van refactoring, herformulering en migratie. Dit is niet allemaal slecht nieuws.  Dit proces biedt organisaties de kans om die applicatie op dat moment te optimaliseren. Lehman’s wet van software-evolutie stelt dat, zodra we iets aan een gebruiker geven, zijn verwachtingen veranderen en de software complexiteit van een systeem voortdurend zal toenemen tijdens zijn levensduur.

Deze realiteit maakt het argument sterk voor software evolutie op elk niveau. Daar bedoelen we mee dat zelfs wanneer software zijn werk doet, het onderhevig zal zijn aan toenemende complexiteit. Dit betekent dat we uiteindelijk die toepassing zullen moeten evolueren, ook wanneer het goed functioneert. Om de cirkel rond te maken: we kunnen nog steeds legacy-functionaliteit behouden, maar de applicatie zelf moet op termijn worden overgezet naar een moderner platform.

De conclusie is dat organisaties in de levenscyclus van software niet moeten wachten op een seintje van een leverancier dat applicaties ’end of life’ worden. Zij zullen zich continu moeten inspannen om complexiteit te beteugelen en functionaliteit van applicaties te garanderen. En wanneer je de denkwijze van Peter Hinssen volgt, dat we ons staande moeten houden in een tijd waarin niets normaal is, dan moet je blijvend monitoren welke functionaliteit je nodig hebt. Nu we steeds meer gebruik maken van low-code en no-code platforms binnen softwareontwikkeling, heb je als organisatie de kans om dit voortvarend aan te pakken.

Over OutSystems

OutSystems is opgericht in 2001 met de missie om elke organisatie de kracht te geven om te innoveren door middel van software. Het OutSystems high-performance low-code platform geeft technologie leiders en ontwikkelaars de tools om snel hun eigen bedrijfskritische applicaties te bouwen en te implementeren. Het netwerk van het bedrijf omvat meer dan 600.000 communityleden, 400+ partners en actieve klanten in 87 landen in 22 sectoren. OutSystems is “The #1 Low-Code Platform®” en een erkende leider door analisten, IT-managers, zakelijke leiders en ontwikkelaars over de hele wereld. Enkele van de meest bekende merken gebruiken OutSystems om hun grote ideeën om te zetten in software die hun bedrijf, mensen en de wereld vooruit helpt. Meer informatie op www.outsystems.com.

Author IT Topics

More posts by IT Topics